Het belang van mest kwaliteit

Er is een hoop te doen rondom mest. Het woord crisis wordt vandaag de dag te pas en te onpas gebruikt, maar dat er een hoop te doen is rondom mest is wel zeker. Zeker dit jaar met afschaffing van de derogatie gaat het vooral om de economische waarde van drijfmest. Misschien wordt er daarom ook wel te weinig aandacht besteed aan de kwaliteit van mest. Die is namelijk erg verschillend, ook afhankelijk van het management van de veehouder.

Kwaliteit van Mest: Meer dan Alleen Financieel Belang

Goede mest kan een akkerbouwer meer opleveren dan alleen een financiële bijdrage. Het is goed om hier wat verder op in te gaan. Rundveedrijfmest kan namelijk een kwaliteitsproduct zijn, rijk aan mineralen, sporenelementen en groeistimulerende biologie.

Onderzoek naar Mestkwaliteit: Wat Levert Goede Mest Op?

Grootschalig onderzoek in 2019 bij een hele hoop melkveehouders liet duidelijk zien dat niet stinkende, gerijpte, emissiearme drijfmest veel beter voedsel is voor het bodemleven en een betere grasgroei gaf dan de minderwaardige, rottende, stinkende, emissierijke stront. Er bleken daarnaast ook grote verschillen in bemestingsefficiëntie. Er bleek ook dat er enorme verschillen in mestkwaliteit waren die duidelijk gekoppeld waren aan het winterrantsoen van de koeien.

Chemische, Fysische en Biologische Aspecten van Mest

Net als de bodem moeten we drijfmest eigenlijk beoordelen op chemische, fysische en biologische kwaliteit. Denk bij chemische eigenschappen aan: droge stofgehalte, organische stofgehalte, N-totaal, N-organisch, C/N, fosfaatgehalte, Kaliumgehalte en magnesium en zwavelgehalte.

Denk bij de fysische eigenschappen aan de consistentie, homogeniteit, kleverigheid, observatie van een drijflaag en schuimlaag en bij de biologische kwaliteit juist aan het emissiepotentieel voor ammoniak en zwavelgas, de pH, EC, en redoxwaarde. Goede mest snijdt op de 3 vlakken; chemisch, fysisch en biologisch.

Project topmest: Een Analyse van Kwaliteitsverschillen

Uit het project Topmest waar ruim 170 melkveehouderijen aan hebben meegedaan bleek wel hoeveel verschil er zat in drijfmest. Kijkend naar de chemische aspecten zat er wel een factoor 4 verschil tussen de laagste en hoogste waarde van het droge stof en organische stofgehalte. Voor N-totaal en organische stikstof was dit wel een factor 3 en 4. Voor waardes zoals fosfaat, kali, magnesium en sulfaat zat er ook een factor 4-5 verschil tussen de laagste en hoogste waardes.  

Rijpe versus Rottende Mest: Wat Is het Verschil?

Kijken we naar de biologische aspecten, dan gaat het vooral om goede rijpende mest of rotte mest. Rottende mest zorgt ervoor dat de plant in korte tijd heel veel nitraat opneemt. Er wordt veel energie uit suiker van de plant gebruikt om het nitraat weg te werken. Dit heeft het gevolg dat er minder suikers beschikbaar zijn voor het bodemleven. Met deze suikers heeft het bodemleven weer energie om mineralen beschikbaar te maken uit de bodem voor de plant. Bij rijpe mest kost het de plant minder energie, gaat de nutriënt opname geleidelijker en wordt het bodemleven beter gevoed, waar de plant uiteindelijk weer baat bij heeft.

De Invloed van Mest op Bodemleven en Gewasgroei

Goede rijpe mest heeft een langzame passagesnelheid door de koe en dus goede vertering. De drijfmest bestaat overwegend uit melkzuurbacteriën en bacillen met een pH >7,1 en een EC <16. Daarnaast heeft het voldoende koolstof, dus een C/N > 10, is het dun vloeibaar, homogeen en kleeft het bijna niet. Daarnaast bevat het weinig ammoniak en zwavelgas, waarvan de laatste schadelijk is voor het bodemleven.

Rotte mest heeft een te hoge passagesnelheid door de koe, er is onverteerd voer in de put. Het bestaat uitsluitend uit rottingsbacteriën zoals enterobacteriën en clostridia en is alkalisch > 7,3. Het heeft een EC > 20 en is erg kleverig. Het bevat daarnaast veel ammoniak en zwavelgas.

Toekomstige Optimalisatie van Mestgebruik in de Landbouw

Kijken we naar ammoniakemissie tussen de hoogste en laagste waardes zit er een factor 6 verschil tussen. Voor pH wel een factor 10 verschil, voor EC factor 3,5 en C/N ook een factoor 2,5 verschil. Kortom er zitten dus enorme verschillen tussen de kwaliteit van drijfmest. Goed om hierbij stil te staan en we zullen ons gebruik van mest de komende jaren moeten optimaliseren met alle uitdagingen waar we voor staan.