Hoe kies ik de juiste groenbemester?

Het telen van groenbemesters brengt vele voordelen met zich mee. Het verbetert de bodemstructuur, er is minder uitspoeling van stikstof en zorgt voor toevoer van extra organische stof in de bodem. Op biologisch vlak kunnen groenbemesters het bodemleven een boost geven en daardoor de bodemweerbaarheid vergroten. In de praktijk zien we dat akkerbouwers het moeilijk vinden om de juiste groenbemester te kiezen. Daarnaast heerst er soms angst voor het vermeerderen van aaltjes.


De basis voor de juiste groenbemesterkeuze bestaat uit twee factoren:
1) het in kaart brengen van vrij levende aaltjes
2) de vruchtopvolging in het bouwplan

 

Actieve afbraak van aaltjes
Een van de meeste bekende misverstanden is dat schone percelen besmet kunnen worden door de teelt van groenbemesters. Het is wel mogelijk dat bepaalde groenbemesters een vermeerdering van aaltjes kunnen veroorzaken. Als er geen aaltjes zitten kunnen deze ook niet worden vermeerderd. Is er sprake van wortellesieaaltjes (Pratylenchus penetrans)? Dan is de teelt van tagetes, die zorgt voor een actieve afbraak, een uitkomst. Is de aanwezigheid van Noordelijk wortelknobbelaaltje (Meloidogyne hapla) geconstateerd? Zaai dan een monocotyl gewas, zoals gras, tarwe of mais. Voor het beheersen van trichodorus soorten zijn er geen geschikte groenbemesters. Deze aaltjes komen voornamelijk voor tijdens een koud en nat voorjaar. De verwachting is dus dat het dit jaar geen problemen zal veroorzaken. Raadpleeg het aaltjesschema voor meer informatie.

Vruchtopvolging
Ook de vruchtopvolging in het bouwplan is van belang in het maken van de juiste keuze. Als voorbeeld bekijken we een bouwplan met wintertarwe gevolgd door pootaardappelen. Het Maïswortelknobbelaaltje (Meloidogyne chitwoodi) zal minimale schade veroorzaken in de wintertarwe, deze kan zich echter wel vermeerderen en desastreuse gevolgen hebben voor pootaardappelen. Daarnaast heeft onderzoek uitgewezen dat vruchtopvolging met verwante gewassen de opbrengst nadelig kan beïnvloeden, probeer dit dus te vermijden.

Sommige onkruiden kunnen ook een waardplant zijn voor aaltjes, een goede onkruidbeheersing is dus erg belangrijk.

Zijn mengsels altijd beter dan monocultuur?
Nee, mengsels zijn niet altijd beter dan het telen van een monocultuur. Het is vooral belangrijk om een veilige keuze te maken. Dit houdt in dat het mengsel geen waardplanten mag bevatten en bij voorkeur zorgt voor een actieve afbraak van de probleemaaltjes. Een mengsel kan natuurlijk wel worden gekozen om de bodemweerbaarheid te verhogen, resulteert in een hogere diversiteit van vliegende insecten.

Bodemstructuur
Het is algemeen bekend dat bepaalde groenbemester de bodemstructuur kunnen verbeteren. Toch zijn er veel verschillen in wortelbiomassa en functie (tabel 1). Grassoorten hebben een fijn vertakt wortelstelsel, met een opvallend goed effect op de bodemstructuur. Gewassen met een diepe penwortel, zoals bladrammenas of chicorei waarmee gemakkelijk water onttrokken kan worden uit diepere bodemlagen en zorgt voor een betere drainage. Streef dus naar een mengsel van met verschillende typen wortelstelsels om zo de bodemstructuur optimaal te verbeteren.

Tabel 1: Wortelontwikkeling van een aantal groenbemesters (van Dijck, 2009)

Bladrijke groenbemesters

Bladrammenas

Diepe penwortel

Bladkool

Diepe penwortel

Facelia

Beperkt

Grasachtige groenbemesters

Westerwolds raaigras

Oppervlakkig intensief

Engels raaigras

Oppervlakkig intensief

Italiaans raaigras

Oppervlakkig intensief

Snijrogge

Oppervlakkig intensief

Japanse haver

Oppervlakkig intensief

Vlinderbloemige groenbemesters

Wikke

Omvangrijk

Klaver

Omvangrijk

Lupine

Omvangrijk