Hoe zorg ik voor een geslaagd vanggewas?

Vanaf dit jaar is het verplicht om uiterlijk 1 oktober een vanggewas te telen op zand- en lössgrond. Wanneer er later of geen vanggewas wordt geteeld, dan volgt er een oplopende korting tot maximaal 20 kg stikstof per hectare. Percelen met zogenaamde wintergewassen zijn vrijgesteld. Het gaat om teelten die normaal na 1 november worden geoogst of in de winter blijven staan en het volgende jaar de hoofdteelt zijn. Denk hierbij aan suikerbieten, winterbloemkool, cichorei, grassen en granen, knolselderij, winterpeen, winterveldbonen en zetmeelaardappelen. Het heeft dus vooral impact op friet- en consumptieaardappelen die voor 1 oktober gerooid dienen te worden.

Tekort aan stikstof

We hebben te maken met een laat jaar, dus mogelijk zijn gewassen nog niet klaar om gerooid te worden op 1 oktober. Bedenk dan alvast hoe je volgend jaar met het tekort aan stikstof omgaat. Wellicht is er ruimte voor vlinderbloemigen in jouw bouwplan om zo toch wat extra stikstof te binden, wat daarnaast gunstig is in het nieuwe Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB).

Draagkracht vergroten

Na de teelt van maïs blijft het altijd verplicht om een vanggewas in te zaaien. Het vanggewas mag niet voor 1 februari worden vernietigd. De toegestane vanggewassen zijn bijna allemaal inzetbaar voor de eco-activiteiten ‘onderzaai vanggewas’ en ‘groenbedekking’. Het stadium om onderzaai in maïs toe te passen is lang gepasseerd (6-8 bladstadium), maar is door de droogte niet altijd goed gelukt. Bedenk hoe dit volgend jaar beter kan, indien het dit jaar niet is gelukt. Het voordeel van onderzaai is dat het de draagkracht van de bodem vergroot en dat er meer humus wordt gevormd, omdat er continu een levend gewas staat. Daarnaast ben je minder afhankelijk van een verplichte oogstdatum.

Lange lijst

De lijst met vanggewassen is lang. Bijna alle grassen en granen voldoen aan de eisen; verschillende kruisbloemigen zoals bladkool, bladrammenas en gele mosterd. Ook de meeste vlinderbloemigen en andere soorten zoals boekweit, facelia, olievlas, rammenas en zonnebloemen. Meer informatie over vanggewassen, wintergewassen en de laatste wettelijke informatie over bemesting vind je op de website van de overheid.

Aaltjesschema

Een mengsel van verschillende componenten is ook goed mogelijk. Dan is er altijd wel iets dat groeit. Het voordeel van een mengsel is dat het een divers bodemleven stimuleert. Verschillende plantenfamilies en -soorten produceren andere exudaten en zorgen zo voor een gevarieerd bodemleven. Kijk voor de keuze voor het vanggewas ook naar het aaltjesschema. Op de website van Best4Soil kun je per gewas en groenbemester zien welke aaltjes het vermindert, vermeerdert en in welke mate het gewas schade ondervindt. Om een vinger aan de pols te houden, is het belangrijk om te bemonsteren op bepaalde aaltjes om te zien of het probleem beheersbaar blijft. Voor M. chitwoodi kan bijvoorbeeld het beste na de aardappeloogst worden gemonsterd.

Combinatie vlinderbloemigen

Om een divers bodemleven te stimuleren kan er ook aan onderzaai worden gedaan in andere gewassen zoals maïs. Denk hierbij aan de combinatie van vlinderbloemigen en granen of onderzaai van groenbemesters tussen de aardappelruggen of op de aardappelruggen (zaai kort voor sluiten van het gewas).