Kan precisielandbouw de teeltadviseur vervangen?
Precisielandbouw ontwikkelt zich snel en maakt steeds vaker zijn intrede op het boerenerf. Er wordt geïnvesteerd in nieuwe machines met technologieën zoals GPS, (NIR) sensortechnologie, robotisering en ICT op bijvoorbeeld kunstmeststrooiers, poot- zaai- en spuitmachines. Deze toepassingen maken nauwkeurige en plaats- of zelfs plant specifiek toepassen mogelijk. Wat betekent dit voor u en de functie van de adviseurs? Kunnen zij hun biezen pakken of blijft er behoefte aan advies om deze taak in te vullen? En zo ja, blijft dit in de vorm zoals we dat nu kennen of verandert dit?
Waarnemingen, zoals onkruiddruk, gewasstadia, ziektebeelden, gebrekziekten, stress en schadedrempels, die nu ook uitgevoerd worden door teeltadviseurs, kunnen in de toekomst mogelijk worden vervangen door sensortechnologie en drones. Het is goed mogelijk dat de werkzaamheden van de teeltadviseur dan veranderen in een heel andere, veel bredere functie. Het gaat om de interpretatie van de data die uit de precisielandbouwsystemen voortkomt, waarbij hij in staat moet zijn om de variatie van de data te analyseren om vervolgens zijn adviezen te optimaliseren. Dat kan bijvoorbeeld door het maken van taakkaarten en het gebruik van geografische informatiesystemen (GIS). Daarnaast moet de adviseur de kennis en kunde hebben om gebruik te maken van alle moderne toepassingsmogelijkheden binnen de wet- en regelgeving.
Binnen de samenwerking CropSolutions volgen de CZAV adviseurs daarom cursussen over precisielandbouw. We zien precisielandbouw namelijk als een onmiskenbaar onderdeel van het moderne boeren. Er wordt geïnvesteerd in het slaan van een brug tussen technologieën en data en het concrete advies op de akker. Dat kan alleen door het in de praktijk én met telers ervaring opdoen met bestaande en nieuwe technieken.
Binnen de visie ‘goed boeren, goed beheren’ staat het gebruik van meer kwalitatieve productie per hectare, minder input en impact per ton productie, geïntegreerde beheersing en bodem- plant- en diergezondheid centraal. Door bodem-, plaats- en plant specifiek meten en toepassen van (chemische) middelen kan dit worden gerealiseerd. We kunnen stellen dat in de toekomst de adviseur in de ‘control tower’ van de boer zit. De ontwikkelingen zullen tonen welke knoppen hij tot zijn beschikking gaat hebben om de boer te kunnen adviseren.