Model CZAV voorspelt komst koolvliegvlucht
Maandag 21 augustus was een mooie dag voor CZAV adviseurs Maurits van der Hout en Maries Koopmans. Ze waren op één van de tien percelen met spruitkool waar de populaties trips, koolmot en koolvlieg met insectenvallen wordt bijgehouden. De koolvliegval zat die bewuste maandag tjokvol, totaal het tegenovergestelde van vlak voor het weekend. Toen zaten er slechts drie vliegen in.
Voorspelling kwam uit
Normaal zou zo’n explosieve toename van vliegen natuurlijk niet als positief worden ervaren. Alleen hadden Van der Hout en Koopmans enkele dagen eerder al voorspeld dat de derde koolvliegvlucht van dit jaar zich zou melden. Dit alles dankzij het voorspellingsmodel dat CZAV sinds dit voorjaar gebruikt. “Al voordat de piek zich aandient en deze vliegen eieren leggen, kunnen we beginnen met opruimen,” vertelt Van der Hout. Koolvliegen beginnen 4 dagen na verschijning al met afzetten van eieren en houden dat drie tot vijf weken vol.
Bestrijden bij kleine populaties
Vliegen vangen en tellen heeft als nadeel, dat dat aantal slechts een afspiegeling is van het aantal vliegen dat al aanwezig is. Daardoor blijf je achter de feiten aanlopen. “Als je bijvoorbeeld elke 7 dagen een koolvliegenval controleert, kan het zijn dat zich juist in de dagen erna een populatie ontwikkelt. Die mis je. Of je besluit een bestrijding uit te voeren. Er is altijd een percentage dat hierdoor niet wordt geraakt en kan doorgaan met het leggen van eieren. Het is logischer om te bestrijden wanneer de populaties nog zo klein mogelijk is. Iedere vlieg die zich niet gevestigd heeft, hoef je immers uit meer te schakelen.”
Welk model is geschikt?
Het koolvliegvoorspellingsmodel van CZAV komt gewoon van het internet. Van der Hout: “Je vindt er meerdere voorspellingsmodellen. Het punt is alleen: welk model is geschikt voor de lokale klimaat- en groeiomstandigheden waarmee je te maken hebt? Voor Nederland hebben wij dat onderzocht”. Het aantal graaddagen (aantal dagen x temperatuur) is hierbij essentieel. De groei- en voortplantingssnelheid van de koolvliegen is (evenals bij trips en koolmot) namelijk vooral temperatuur gerelateerd.
Berg informatie
“Al vijftien jaar tellen we koolvliegen (en andere insecten) in ons werkgebied. Dat heeft ons een berg gegevens opgeleverd over onderwerpen als populatieontwikkeling en weersomstandigheden. Dit alles hebben we naast een aantal voorspellingsmodellen gelegd. Daaruit kwam een model dat goed past bij de Nederlandse weersomstandigheden. Daardoor hebben we zowel de tweede (in week 27) als de derde t koolvliegvlucht voorspeld.”