Waarom een inkuilmiddel toevoegen?
Iedere veehouder heeft er wel mee te maken: broei in de maïskuil. Dit is ook het meest voorkomende probleem bij inkuilen. Maar met welke redenen wordt een inkuilmiddel gebruikt? De ene wil de oorspronkelijke voederwaarde behouden, terwijl de ander een minder broeigevoelige kuil wil. Per snede wordt meestal bepaald of er een kuiltoevoegmiddel wordt toegevoegd. Maar wat is eigenlijk de meerwaarde van zo’n inkuilmiddel?
Motivaties
Bij wisselende weersomstandigheden kan een kuiltoevoegmiddel ervoor zorgen dat de kwaliteit vastgehouden wordt. Ook het tegengaan van broei, die veroorzaakt wordt door gisten en schimmels, is een belangrijk pluspunt van een inkuilmiddel. Bovendien verloopt de fermentatie sneller, waardoor het energieverlies wordt tegengegaan en het ruwvoer beter wordt verteerd.
Juiste moment
In de ochtend, wanneer de temperatuur het laagst is, is het juiste moment om in te kuilen. Dit is natuurlijk afhankelijk van verschillende factoren, zoals het moment van maaien, oogstperiode en inkuilproces. Ook het maaimoment is afhankelijk van deze factoren, maar we streven naar een optimale voedingswaarde. Dus ’s middags zal meestal het ideale maaimoment zijn.
Verschil in snede
Bij de eerste snede wordt een inkuilmiddel vooral gebruikt om de pH omlaag te halen. Daarmee wordt het eiwit en de voerderwaarde behouden. Bij de tweede snede draait het allemaal om de broeiremming. In de afgelopen jaren is het drogestofgehalte langzaam toegenomen en dat maakt een maiskuil bijvoorbeeld gevoeliger is voor broei.
Een kuilmiddel is geen redmiddel voor een kuil die al slecht is. Maar je zet het wel in om de kwaliteit van de kuil te behouden en de goede kuil nog beter te maken.