Waarom is phytophthora zo hardnekkig?

De oömyceet Phytophthora infestans is de grootste bedreiging in de aardappelteelt. De ziekte tast bladeren, stengels en de knollen van de aardappelplant aan. Hierdoor kan het gewas binnen enkele dagen compleet verloren gaan. Door de vele neerslag en lange bladnatperiodes van de afgelopen weken is te zien hoe snel phytophthora aardappelen kan infecteren. Het is daarom een gevaarlijke schimmel waar we bovenop moeten zitten. Mede daardoor is het een hele uitdaging om de aardappelteelt te verduurzamen en het middelengebruik terug te dringen.

Onderste bladeren beschermen

Phytophthora overwintert als mycelium in aangetaste knollen (afvalhoop, pootgoed, opslag en als oösporen in de bouwvoor. In het voorjaar kiemen de sporen langzaam en vormen sporangia die 6-8 weken in de bouwvoor kunnen overleven. Tijdens regen spatten sporen op naar het gewas. Daarom is het ook zo belangrijk om de onderste bladeren te beschermen. Oösporen overleven 3-4 jaar in de bouwvoor. Telers die intensief aardappelen telen hebben dus een verhoogde kans op een phytophthora-infectie.

Ook door de lucht kunnen sporen vele tientallen kilometers overbruggen. Onder gunstige omstandigheden duurt de cyclus van spore tot spore 3-5 dagen, dan worden symptomen al zichtbaar. Er worden enkele tienduizenden sporangia per cm2 blad gevormd. Binnen zeer korte tijd worden dus ontzettend veel sporen gevormd, vandaar dat phytophthora zo agressief is. Omdat phytophthora zich zo snel ontwikkeld, kan resistentie tegen fungiciden en resistentie van ‘resistente’ rassen snel worden doorbroken.

Hoe kunnen we verduurzamen?

De grootste slag om de aardappelteelt te verduurzamen op het gebied van phytophthora is veredeling. Handelshuizen hebben niet stilgezeten de afgelopen jaren en hebben al verschillende rassen die resistent zijn tegen de aardappelziekte. In het langlopende project Bioimpuls (onderdeel van Groene Veredeling) ontwikkelen onderzoekers van het Louis Bolk Instituut en Wageningen University & Research nieuwe resistente aardappelrassen. Wilde verwanten van de aardappel worden hier in de cultuuraardappelrassen gebracht. Omdat sommige mutanten van phytophthora de ziekte weten te omzeilen worden verschillende resistentiegenen gestapeld. Het is een project dat al sinds 2009 loopt en de verwachting is dat in 2029 commerciële partijen deze rassen in hun pijplijn zullen hebben. Het is dus een zorgvuldig en langdurig proces, maar rassen met gestapelde resistentie bieden de beste bescherming tegen phytophthora.

Resistentie

Zelfs met resistente of robuuste aardappelrassen is het nog oppassen geblazen. Het aantal resistentiegenen dat wereldwijd beschikbaar is tegen de aardappelziekte phytophthora is beperkt. Daarom blijft het belangrijk om percelen goed te monitoren. Gangbaar zullen bespuitingen met fungiciden nog steeds noodzakelijk zijn, maar er zullen wel minder fungiciden nodig zijn om het gewas tot het eind gezond te houden.

Convenant hele keten

In de biologische sector is men aangewezen op robuuste rassen, omdat er geen manier is om phytophthora chemisch te bestrijden. Bionext heeft daarom het convenant opgesteld waarin verschillende partijen afspraken hebben gemaakt over de afname van robuuste resistente aardappelrassen. Zonder afspraken over de afzet door afnemers zullen robuuste rassen namelijk niet geteeld worden. De perfecte aardappel bestaat namelijk niet, dus een robuust ras zal misschien net iets minder goed bakken of minder lekker zijn. Maar om te verduurzamen moeten concessies gedaan worden door iedereen in de keten, anders heeft het geen zin. In de gangbare aardappelsector zou dit ook gewenst zijn om zo meer gebruik te kunnen maken van robuuste aardappelrassen en verduurzaming mogelijk te maken.

In biologische sector was het convenant een succes en heeft het ervoor gezorgd dat in bijna drie jaar tijd bijna 90% van het totale biologische aardappelareaal uit robuuste rassen bestaat. Er zijn al aardappelen op de markt met resistenties en naar verwachting zullen later ook meer rassen op de markt komen met gestapelde resistenties. Als heel de keten deze nieuwe rassen ondersteunt, kunnen grote stappen worden gezet in de beheersing van phytophthora.