Wat kunnen we onthouden van PPS Beter Bodembeheer?
Na jarenlang bodemonderzoek is onderzoeksprogramma PPS Beter Bodembeheer ten einde gekomen. Tijdens de slotbijeenkomst werd duidelijk dat het onderwerp nog steeds actueel is en dat de bodem als basis dient voor een goede teelt. De hamvraag blijft: hoe kunnen we de bodemkwaliteit verbeteren? De optimale bodemkwaliteit draait om bodemleven en bemesting. Die twee elementen kunnen niet los van elkaar gezien worden. PPS Beter Bodembeheer heeft in de loop der jaren allerlei tools ontwikkeld om telers te helpen bij een betere, gezondere bodem.
Bodemkwaliteit vaststellen
Om de bodemkwaliteit te kunnen verbeteren, moeten we eerst de bodemkwaliteit vaststellen. Dat kan aan de hand van de Bodemindicatoren voor Landbouwgronden in Nederland (BLN). Dit is een set indicatoren die de bodemkwaliteit beoordeelt op verschillende aspecten. Op punten waar de kwaliteit nog onvoldoende is, zijn aanvullende maatregelen nodig. Daar kan het Bodemkwaliteitsplan (BKP) bij helpen. Met dit plan krijg je door analyse op perceelsniveau inzicht in de samenstelling van de bodem. De resultaten hiervan worden vergeleken met streefwaarden. Daar komt vervolgens een advies uit voor het bouwplan en de beheersmaatregelen.
De balans opmaken
Ook zijn er meerdere tools ontwikkeld om te kunnen adviseren over bodemmaatregelen zoals Check. In Check zijn nieuwe en naar regio of grondsoort uitgesplitste cijfers gebruikt. Deze zijn mede verkregen door onderzoek van PPS Beter Bodembeheer. Door de cijfers te gebruiken in geautomatiseerde modellen als Check, kunnen adviseurs bij boeren sneller de organische stofbalans op een rij zetten en meer aandacht geven aan het bespreken van de resultaten en de strategie. Het geeft telers beter vergelijkingsmateriaal en kan er een verdiepingsslag worden gemaakt.
Een gezond gewas
Een recent gelanceerde tool is de Gezondgewastool. Akkerbouwers kunnen via de Gezondgewastool een overzichtelijk schema met bodemmaatregelen maken. Voor schadelijke aaltjes, bodemschimmels en bacteriën geeft het schema aan welke maatregel bewezen effectief (groen) is, perspectiefvol (geel), niet effectief (paars) of onbekend (wit) is. Maatregelen waar je aan kunt denken, zijn bijvoorbeeld biologische beheersing, groenbemesters, inundatie, grondbewerking en vruchtwisseling. Door op de gekleurde vakjes te klikken, krijg je meer achtergrondinformatie over de plaag en maatregel.