Voederbieten

Voederbieten als vernieuwde teelt

In de zoektocht naar meer drogestofopbrengst per hectare is de voederbiet een goed gewas. Naast een hoge opbrengstpotentie voor drogestof is het hoge VEM- en DVE-gehalte kenmerkend. Door met name het melkvet verhogende effect is de voederbiet in het fosfaatrechtensysteem extra aantrekkelijk. De teelt neemt door de goede ervaringen uit de praktijk, vernieuwde rassen en verbeterde mechanisatie neemt dan ook verder toe.

Voordelen van voederbieten

  • Hoge drogestof, hoge VEM- en DVE-opbrengst per hectare
  • Stimulatie van de ruwvoeropname
  • Bevordering van de groei van vleesvee
  • Verhoging van vet- en eiwitgehalte
  • Krachtvoerbesparing
  • Opbrengstzekerheid, ook in minder groeizame jaren
  • Hoge opbrengst en laag fosforgehalte

Teelt

De teelt van de voederbieten komt overeen met de teelt van suikerbieten. Hierdoor kunnen dezelfde gewasbeschermingsmiddelen en zaai- en rooimachines gebruikt worden. Bij voorkeur dikker zaaien, hierdoor gaan kleinere bieten groeien en wordt rooien eenvoudiger. Voederbieten worden gezaaid aan het begin van het voorjaar en geoogst eind september tot eind november. Een laat rooimoment levert een hogere opbrengst op. 

Oogst

De voederbieten kunnen het best onder droge omstandigheden geoogst worden. Dit leidt tot een lager percentage tarra. Daarnaast is het van belang dat de bieten zo min mogelijk beschadigen tijdens het oogsten. Dit komt de bewaring ten goede. Uit praktijkervaring blijkt dat bieten met een hoger drogestofpercentage minder vorstgevoelig zijn en minder rooibeschadigingen oplopen tijdens de oogst.

Rantsoen

Voederbieten bevatten een hoge VEM- en DVE-waarde, maar een negatieve OEB per kg drogestof in vergelijking met andere ruwvoerders. Daarnaast zijn de voederbieten goed verteerbaar en zeer smakelijk. Dit stimuleert de algehele ruwvoeropname en daarmee ook de drogestofopname. Voederbieten hebben ook een positief effect op het melkvet en het melkeiwitgehalte. Natuurlijk hangt dit af voor wat ze worden vervangen. Bieten met een hoog drogestofgehalte zijn beter in te kuilen in snijmaïs.

Bewaring

De voederbieten kunnen buiten opgeslagen worden tot eind maart. Bij temperaturen onder nul is het van belang om de bieten af te dekken met kuilplastic of extra vorstbeschermende afdekzeilen. Naast losse bewaring is het mogelijk de bieten te versnipperen of snijden en in te kuilen met snijmaïs. Door het vroege oogsttijdstip wordt niet de maximale opbrengst gehaald. Het inslurven met een droog bijproduct of maken van een mengkuil op een later moment is dan een mogelijkheid om toch de maximale opbrengst te behalen.